‘Oneerlijke huurverhogingen’ bij Bouwinvest

De uitspraak kan grote gevolgen hebben voor de institutionele belegger die zo’n 19.000 woningen verhuurt.

De zaak kwam voor toen Bouwinvest twee huurders vanwege een huurachterstand van een kleine 4.500 euro uit hun hun woning dreigde te zetten. Het stel trok in 2005 in de woning en betaalde aanvankelijk een huur van 865 euro. Inmiddels is de huur opgelopen tot 1.534,75 euro per maand. Het huurcontract bepaalde dat Bouwinvest jaarlijks de huur met inflatie plus 5 procent mocht verhogen. Met dat laatste gaat de Amsterdamse rechter niet akkoord, zo blijkt uit het vonnis waar zakenblad Quote over publiceert.

‘Overgeleverd aan willekeur’

Volgens de kantonrechter liet Bouwinvest na duidelijk uit te leggen waarom en op welke manier de huur in twintig jaar tijd met bijna 700 euro is verhoogd. Uit eerdere oordelen van het Europees Hooggerechtshof blijkt dat de verhuurder dat wel had moeten doen. Omdat Bouwinvest dit naliet, waren de huurders volgens de Amsterdamse kantonrechter ‘overgeleverd aan de willekeur van de verhuurder’. Op basis van dit ‘oneerlijke geding’ betaalden de huurders niet te weinig, maar juist te veel aan huur. Bouwinvest moet dat verschil gaan verrekenen in de huur, zo oordeelde de rechter.