Bouwinvest uitspraak mogelijk storm in een glas water

Het is nog maar de vraag of de uitspraak in hoger beroep wordt bekrachtigd, schrijft Jeroen le Clercq, vastgoedadvocaat en partner bij Dentons.

Elegant,Cocktail,Glass,Isolated,On,White,Background
Jeroen le Clerq
Vastgoedadvocaat en partner bij Dentons.

De casus die bij de rechter voorlag was betaling van een huurachterstand en ontbinding van de huurovereenkomst. De huurders in kwestie betrokken de woning in 2005 en betaalde aanvankelijk een huur van 865 euro per maand. Inmiddels was de huur opgelopen tot ruim 1.500 euro per maand.

Die forse huurstijging van de huurprijs is verklaarbaar. In het huurcontract is – net zoals in het ROZ-model– opgenomen dat verhuurder de huur jaarlijks met de consumentenprijsindex (CPI) plus maximaal 5 procent mag verhogen. Dit is al decennialang bestendig gebruik bij de verhuur van woningen in de vrije sector.

Maar volgens de Amsterdamse kantonrechter is het evenwicht zoek. De rechter vernietigde het gehele huurprijswijzigingsbeding: zowel de indexering als het surplus gaan hiermee van de baan, alleen de aanvangshuur telt. Reden: het beding is volgens de kantonrechter oneerlijk en daarmee in strijd met Europees recht.

 

Schrijf je in en lees direct verder

Met jouw gratis Overwaar.de account weet jij als vastgoedliefhebber precies waar je rekening mee moet houden bij de aankoop en verhuur van vastgoed. Daarnaast ontvang je twee keer per week het laatste nieuws over investeren in woningen in je inbox.


Heb je al een account? Log in.