Vastgoedprofessionals zijn net mensen, Joris Luyendijk

Schrijver Joris Luyendijk kon tijdens een radio-uitzending op BNR zijn afkeer tegen de vastgoedsector maar nauwelijks verborgen houden.

Bekijk recente foto's
Servaas van der Laan
Servaas is journalist en hoofdredacteur van Vastgoedmarkt

Waar komt die ingebakken haat tegen vastgoedprofessionals toch vandaan, vraagt Vastgoedmarkt-hoofdredacteur Servaas van der Laan zich af.

‘Vastgoed bevindt zich in de periferie van mijn belangstelling.’ Het was al aan zijn lichaamstaal te zien dat Joris Luyendijk weinig met het onderwerp had. Wat onderuitgezakt, een beetje achter zijn microfoon verscholen, keek hij zijn tafelgenoten aan met blik van een kind dat zojuist op school te horen kreeg dat het laatste uur wiskunde tóch niet uitvalt. Toen zijn gespreksgenoten er ook nog eens voor uitkwamen een passie te hebben voor vastgoed, maakte de lethargie van de schrijver plaats voor hilariteit. ‘Het lijkt wel alsof ik in een sketch van Jiskefet zit,’ proestte hij uit. ‘Je hele leven een passie voor vastgoed, hoe verzin je het?’

Plaats delict was de sky lounge van het Double Tree by Hilton-hotel naast het centraal station van Amsterdam waar op vrijdagmiddag de vrolijke radioshow BNR Friday Move (vanaf minuut 40) wordt uitgezonden. Tafelgenoten waren naast presentator Wilfred Gené en eerder genoemde schrijver, columnist en vastgoedbelegger Ebru Umar en ondergetekende. We waren uitgenodigd om te vertellen over dit nieuwe platform, Overwaar.de, dat zich op de particuliere vastgoedbeleggers richt.

Vastgoed is besmet

Natuurlijk is het ieders goed recht om niets met vastgoed te hebben. Dat geldt voor de meeste mensen. En sommige mensen, zeker in het geval van schrijvers met een bepaald allure, kunnen het zich veroorloven om geen enkele moeite te doen om hun desinteresse in het vak en de passie van een ander verborgen te houden. Waarom zou je immers als je boeken over de toonbank vliegen? Bovendien hebben Luyendijk en zijn zeven vinkjes zelf ook het een en ander voor de kiezen gehad in de populaire media, dus dan ben je op een gegeven moment klaar met lief doen.

Niet zeiken dus. Dat zijn houding zowel Ebru als mij toch raakte, komt omdat het fenomeen Luyendijk niet op zichzelf staat. Overal waar je komt, kom je Luyendijks tegen. Het zijn mensen die meesmuilend op vastgoed neerkijken. Mensen die je direct in een hokje stoppen van cowboy, patjepeeër, graaier of huisjesmelker. Ik moet dan altijd uitleggen dat ik niet ‘in het vastgoed zit’, maar journalist ben en er artikelen over schrijf omdat ik het een fascinerend onderwerp vind. Er verschijnt dan enige nuancering in de blikken, maar de mening is al gevormd. Alles wat vastgoed raakt, is ‘besmet’. Zo lijkt het.

Zit jij in vastgoed? O.

Als journalist kan ik wel een stootje hebben. Veel erger is het voor mensen die écht in het vastgoed zitten. Op de Provada liepen er weer 25.000 van hen rond. Veelal opgewekte types met opleidingen in de economie, bedrijfskunde, planologie, bouwkunde, makelaardij of architectuur en hier en daar een self made man of woman. Dit zijn de mensen die de gebouwen waarin wij wonen, naar school gaan, winkelen, werken, muziekles krijgen of naar de sportschool gaan bedenken en neerzetten. Ook de skybar van het Hilton-hotel, dat uitzicht biedt over de hele stad, is door iemand bedacht. Als die persoon zijn nek niet had uitgestoken voor de bouw van dit hotel, had Luyendijk daar niet op de elfde verdieping de verveelde schrijver kunnen uithangen.

Al deze mensen komen regelmatig Luyendijks tegen. Zij moeten op feestjes, maar ook tegenover vrienden en familie verantwoorden wat ze doen. Zit jij in vastgoed? O. Het is bijna net zo erg als zeggen dat je in de veeteelt of akkerbouw zit. Of wapens verkoopt aan Putin. Je kunt beter zeggen dat je zonnepanelen bouwt in Afrika of ‘chief happiness officer’ bent bij een start-up. Dan krijg je geïnteresseerde blikken en schouderklopjes. Maar de persoon die ervoor zorgt dat mensen een dak boven hun hoofd hebben, die niet. Want die is een ‘pandjesbaas’. Dat is best gek, toch? 

De meeste vastgoedprofessionals zijn eraan gewend geraakt en halen hun schouders erover op. Veel vastgoedmensen gaan daarom ook liever om met andere vastgoedmensen. Die hoef je niets uit te leggen. Maar of je nou wel of niet iets met vastgoed hebt, op de keper beschouwd is het eigenlijk best triest dat een professionele sector en miljardenindustrie die dagelijks investeert in al die gebouwen, waar wij iedere dag weer gebruik van maken, in het publieke beklaagdenbankje zit.

Verdeling tussen links en rechts

Er lijkt dus een grote kloof te bestaan tussen de realiteit van vastgoedprofessionals en het beeld dat anderen van hen hebben. Interessant is dan ook om te analyseren waar dit vandaan komt. Uit mijn verleden als journalist bij Elsevier, waarin ik schreef over migranten en vluchtelingen, weet ik dat veel meningen al in de jeugd worden gevormd. Op bijeenkomsten waren er altijd mensen die mij direct de rug toekeerden, of juist mensen die mij vrolijk de hand schudden want ‘mijn vader las altijd de Elsevier’. 

In linkse, progressieve gezinnen is het bon ton om te zeggen dat alle vluchtelingen welkom zijn, want ‘geen mens is illegaal’. In de liberale en rechtse gezinnen vindt men dat een verzorgingsstaat nu eenmaal niet alle ellende van de wereld kan opvangen. Die verdeling is ook te maken met vastgoed. Veel links, progressieve gezinnen hebben sympathie of ervaring met de krakersbeweging van de jaren zeventig en tachtig. Zij zien ‘pandjesbazen’ dan ook vooral als parasieten die rijk worden door arme huurders uit te melken. Liberale gezinnen zien de vastgoedsector als een markt als ieder andere en vinden bovendien dat iedereen mag doen met het eigen bezit wat het wil, dus ook verhuren. 

De kritische blikken komen dan ook veelal van mensen die opgegroeid zijn in de wat linkser georiënteerde milieus. Dat geldt ook voor de kritische verhalen waarin ‘pandjesbazen’, ‘huisjesmelkers’ en ‘beleggers’ als synoniemen worden gebruikt, zoals in de Volkskrant en Het Parool. Veel van deze stukjestikkers, en anders hun chefs wel, zijn toch vaak afkomstig uit linkse milieus en hebben hun mening over de vastgoedsector al vele jaren geleden gevormd.

Ook kakkers haten beleggers

Maar die verdeling tussen links en rechts is aan het veranderen. Tegenwoordig vinden ook kakkers uit Laren dat ‘beleggers’ starters wegdrukken op de woningmarkt. Vrijwel al mijn niet-vastgoedvrienden hebben een negatief beeld van vastgoedbeleggers, en dat zijn eufemistisch gesteld meestal geen krakerskinderen. Zij hebben hun neutrale of positieve mening over de vastgoedsector de afgelopen jaren negatief bijgesteld. 

Gebeurtenissen in deze eeuw zoals de vastgoedfraude, de bankencrisis en recent de wooncrisis hebben de vastgoedsector in een kwaad daglicht gezet. Deels is dat terecht, want de verhalen van de vastgoedfraudezaken waren niet voor de poes. Ogenschijnlijk keurige heren in blauwe pakken graaiden er op los. En dat rommelhypotheken van huizen, en dus vastgoed, aan de basis stonden van de vorige financiële crisis helpt natuurlijk ook niet. En dan zijn daar nog de beleggers die pand na pand kopen, terwijl de starter nog bij hotel mama moet bivakkeren.

Beleggers ideale zondebok op de woningmarkt

Eigen schuld dikke bult dus. Toch ligt de wereld van de vastgoedcowboys en de Maserati-directeuren ver achter ons, en is de schuldencrisis zo goed als vergeten. Dan rest de crisis op de huizenmarkt, een betrekkelijk recent fenomeen. De vorige minister van Huisvesting, Stef Blok, noemde de woningmarkt in 2014 nog ‘af’. Hierna werd zijn functie ook opgegeven, om pas dit jaar in de persoon van Hugo de Jonge terug te komen. Een harde stijging van de huizenprijzen die niet door de lonen kan worden bijgewoond, ligt daar ongetwijfeld aan ten grondslag.

Maar hoe komt het nou dat ook deze crisis weer negatieve gevolgen heeft voor de vastgoedsector? Omdat het om huizen gaat, maar zo simpel is het niet. Centrale bankiers in Frankfurt die de rente kunstmatig omlaag drukten en dus de huizenprijzen omhoog, hebben hier net zo goed schuld aan. Politici die met verkiezingsdouceurtjes als de startersvrijstelling van de overdrachtsbelasting olie op het vuur gooiden van de huizenmarkt zouden ook ter verantwoording moeten worden geroepen. 

Huiseigenaren zijn electorale goudmijn

Maar wat gebeurt er? De beleggers hebben het gedaan. Zij drukken starters van de woningmarkt, zij drijven de prijzen op. Dat dit wel erg veel eer is voor een handjevol particuliere beleggers (zij bezitten nog geen 9 procent van alle woningen) doet niet ter zake. Want de politiek heeft de vastgoedbelegger ontdekt als perfecte zondebok voor de problemen op de woningmarkt. Het frame van de ‘pandjesbazen’ die panden voor de neuzen van anderen wegkapen, daarmee de prijzen opdrijven en de woningen voor ‘woekerhuren’ verhuren, vindt gretig aftrek bij het electoraat. Simpele beelden doen het altijd goed, zeker als er een kern van waarheid in zit. Iedere starter is wel eens overboden door zo’n belegger. Bovendien hoeft niemand medelijden te hebben met beleggers. Dat zijn namelijk rijke stinkerds die in hun Range Rover die huurpenningen binnen komen halen. Maar als je in de zin ‘de beleggers drijven de prijzen op’ het woord belegger vervangt voor oorlogsvluchteling dan zit je plotseling in de guur-rechtse hoek. 

Daarbij zijn de 5 miljoen woningeigenaren een electorale goudmijn voor politici. Dit verklaart ook het anti-beleggerssentiment onder ‘rechtse’ partijen zoals de VVD. De belegger zit de koper in de weg, en dus zit ook de VVD de belegger in de weg. Die groep is immers toch te marginaal en te verdeeld om als stemvee te kunnen dienen. Het is vanuit de politiek gezien een geniale uitvinding: schuif de schuld in de schoenen van mensen met wie toch niemand medelijden heeft en je blijft zelf uit de wind. Sterker nog, je kunt lekker politiek scoren met een prins Bernhard-belasting!

Waarom dit een probleem is

Al die elementen bij elkaar hebben voor een collectieve weerzin tegen vastgoedprofessionals gezorgd. En dat is een probleem. Ten eerste is het moreel altijd onjuist om een hele groep over één kam te scheren. De geschiedenis wijst uit dat daar ongelukken bij gebeuren. Ik probeer hier niet hetzelfde te doen door te stellen dat vastgoedprofessionals allemaal hele lieve, gedreven mensen zijn. Maar enige nuancering in het nationale oordeel van deze beroepsgroep is hier op zijn plek. 

Het gevolg van deze nationale afkeer is namelijk dat de sector talentvolle mensen kwijtraakt. Ik noem dat het Shell-effect. Vroeger wilde iedereen daar werken, tegenwoordig kijken millennials wel uit. Dat betekent dat minder slimme en creatieve mensen zich zullen bezighouden met de inrichting van onze gebouwde omgeving. Zij ontwerpen dan liever verslavende games bij een start-up, want dat scoort wel goed op feestjes, in plaats van dat ze scholen voor onze kinderen gaan bouwen.

Ten tweede zorgt het negatieve sentiment voor kortzichtige en ineffectieve wetgeving. Zeker als het om de woningmarkt gaat, wordt de sector niet meer vertrouwd en dus ook niet meer ingezet bij het oplossen van de problemen. Zo gaan er vele miljarden euro’s en menselijk kapitaal verloren, terwijl er een groot maatschappelijk probleem moet worden opgelost.

En tot slot gaan we ook voorbij aan een onderbelicht aspect van vastgoed. In de publieke opinie wordt vastgoed neergezet als een grote ongelijkmaker. En met de gestegen woningprijzen van de afgelopen jaren is de kloof tussen de haves en have nots natuurlijk groter geworden. Maar als er één manier is om je als buitenstaander in de maatschappij op te klimmen naar hogere rangen, dan is het wel met vastgoed. Ebru Umar vertelt op Overwaar.de het verhaal van een Surinaamse migrant die in zijn pauzes op de veiling van zijn spaargeld af en toe een pandje kocht. De man heeft in de tussentijd een vastgoedportefeuille opgebouwd waarmee hij zichzelf van een prachtig pensioen voorziet en zijn kinderen een mooie toekomst biedt. En zo zijn er vele verhalen. De Quote 500 staat vol met mensen die hun middelbare school niet hebben afgemaakt. Vaak speelde vastgoed een rol in de levens van deze mensen. Juist iemand als Joris Luyendijk, die in zijn boek aandacht vraagt voor de privileges van de blanke, hetero, hoogopgeleide mannen, zou dit aspect toch moeten aanspreken.

Wellicht dat dit verhaal vastgoed een beetje doet opschuiven vanuit de banlieus richting een opkomende gentrificatiewijk van zijn interessegebied. Mogelijk dat het ook andere ‘Luyendijks’ doet beseffen dat het negatieve sentiment over de sector enige nuancering behoeft. En misschien helpt het als mensen hun vooroordeel eens inruilen voor oprechte interesse. Meer begrip en kennis begint simpelweg met een vraag: ‘U heeft passie voor vastgoed? Goh, nou, vertel…’. 

Ook vastgoedprofessionals zijn immers net mensen.

Schrijf je in en lees direct verder

Met jouw gratis Overwaar.de account weet jij als vastgoedliefhebber precies waar je rekening mee moet houden bij de aankoop en verhuur van vastgoed. Daarnaast ontvang je twee keer per week het laatste nieuws over investeren in woningen in je inbox.


Heb je al een account? Log in.