‘Meteen na het bombardement herbouwde mijn grootvader onze sociaal verhuurde woningen’

Wim Neeleman is met zijn familie beheerder van 5 mooie Rotterdamse panden, met vijftien woningen. "We staan nu met de rug tegen de muur".

bouw 1941 met familie en werknemers 2021-08-06-0001
Frank Thooft
Frank Thooft is freelance journalist

Wim Neeleman is met zijn familie beheerder van vijf mooie Rotterdamse panden, met daarin vijftien woningen. Het huizenblok, op de hoek van de Bergselaan en de Schiebroeksestraat, is in 1913 gebouwd door de grootvader van Wim, de architect Maarten Neeleman. Vanaf dat moment werden de woningen verhuurd aan particulieren. Begin van de oorlog werden de panden gebombardeerd, maar kort daarna alweer herbouwd, zij het met veel moeite omdat de nodige materialen op dat moment schaars waren. Wim: ‘Uiteindelijk lukte dat, de panden werden kwalitatief gebouwd en in 1942 konden de eerste bewoners er alweer in.’

Schappelijke huren

Wim zoomt in op de visie: ‘Het idee achter het verhuren van de woningen was om mensen acceptabel woongenot te verschaffen. Zeker in die tijd, toen er een tekort aan woningen was en men het zich niet kon permitteren om veel te betalen voor een huis – net als nu, trouwens. Mijn grootvader rekende een heel schappelijke huur, en dat idee is nu al tachtig jaar zo gebleven. Voor een enkel appartement rekenen we nu gemiddeld 700 euro huur, voor een twee keer zo groot appartement met een verdieping, gemiddeld 1200 euro.’

Het pand aan de Bergselaan
Mijn grootvader rekende een heel schappelijke huur, en dat idee is nu al tachtig jaar zo gebleven. Hij heeft ervoor gezorgd dat Rotterdamse wijken weer mooi en leefbaar werden.’

Zo’n tachtig jaar lang hebben we ons beijverd om op sociale wijze mensen woongenot te verschaffen en worden nu gestraft voor al die inzet. We staan met de rug tegen de muur.

Wim Neeleman

Gedachtengoed voortzetten

Wim, die na een carrière in de interieurbouw nu al enkele jaren een bescheiden pensioen geniet, heeft jarenlang geen verdiensten gehad uit de verhuur van de woningen. ‘Ik doe dit werk namens de familie – want de huizen zijn door overerving in ons bezit gekomen — al sinds 1988, in het begin nog naast mijn baan, maar nu al weer een aantal jaar als pensionado. Het was nooit bedoeld als belangrijke inkomstenbron; we wilden vooral het gedachtengoed van onze grootvader voortzetten.’

Wederopbouw

Bij dat gedachtengoed speelt mee dat de grootvader van Wim enorm betrokken was bij de wederopbouw van de stad Rotterdam na de Tweede Wereldoorlog. ‘Hij heeft ervoor gezorgd dat Rotterdamse wijken weer mooi en leefbaar werden. Dat maakt ook dat we deze huizen in stand willen houden.’ Een klein museumpje dat Wim in het souterrain van een van de huizen heeft opgericht, toont de verschillende fasen van wederopbouw, de gebruikte materialen en de creatieve oplossingen om de schaarste aan materialen na de oorlog het hoofd te kunnen bieden.

Veel geïnvesteerd in verduurzaming

Hij gaat verder: ‘We hebben als eigenaren vooral geherinvesteerd in het onroerend goed. In de jaren tachtig hebben we bijvoorbeeld overal cv aangelegd om de gaskachels te vervangen, we hebben rond de eeuwwisseling nieuwe ramen met dubbelglas aan de straatkant laten zetten; en een paar jaar later dubbelglas aan de achterkant. Het dak is vernieuwd, de muren zijn gezandstraald; kortom alles wat nodig is om het onroerend goed gedegen te verzorgen. Het opknappen van leeggekomen appartementen hebben we overigens zoveel mogelijk zelf gedaan, dus schilderwerk, nieuwe keukens en badkamers. Het beheersen van de kosten en het in stand houden van kwaliteit en woongenot waren daarbij leidend.’

Fors gestegen belasting

Maar nu vallen dan de brieven van de Belastingdienst op de mat. De WOZ-waarde wordt verdubbeld ten opzichte van 2020, terwijl er in de periode 2000–2020 ook al sprake van een verdubbeling was. Wim: ‘Daarbij worden verhuurde woningen vergeleken met verkochte lege woningen op de vrije markt.’ De leegwaarderatio stijgt nu ook de pan uit: die gaat voor Wim in één jaar tijd maar liefst 43,7 procent omhoog. Maar om de gestegen belastingen nu aan de huurders in rekening te brengen gaat niet, want die genieten wettelijke bescherming: hun huur mag niet meer dan 4,1 procent stijgen. Dat zet de verhuurders in de klem. Wim: ‘Want ook de kosten stijgen schrikbarend, mede ook door verlangde opwaardering van het energielabel, terwijl de inkomsten steeds verder achter gaan blijven.’

Met de rug tegen de muur

Wim is er niet over te spreken. ‘Terwijl er nu cao’s zijn die meer dan tien procent loonsverhoging bieden. Het lijkt wel of ze de particuliere woningverhuurder helemaal weg willen hebben. Op deze manier leveren we in op de exploitatie en kunnen ook geen extra financiering krijgen. Wij hebben veel zelf gedaan om kosten te besparen. Zo’n tachtig jaar lang hebben we ons beijverd om op sociale wijze mensen woongenot te verschaffen en worden nu gestraft voor al die inzet. En als we een of alle woningen zouden verkopen om uit deze impasse te komen, zal de nieuwe verhuurder de huren wél fors laten stijgen, waardoor huurders niet meer uitkomen en ook het gedachtengoed van acceptabele huren teniet wordt gedaan. Daarnaast is de torenhoge erfbelasting voor onze erfgenamen ook niet meer op te brengen. Ik zie geen andere mogelijkheid dan gedeeltelijke of gehele verkoop.  We staan met de rug tegen de muur.’

Klemmend beroep op de overheid

Wim doet een klemmend beroep op de overheid. ‘Ik verwacht weliswaar heel weinig van de overheid nu particulier bezit blijkbaar zo langzamerhand in de ban gedaan wordt. Maar wat de overheid moet doen? De WOZ-belasting terugbrengen tot de reële waarde van een woning; de huidige leegwaarderatiopercentages handhaven; en huurverhogingen toelaten die gerelateerd zijn aan de consumentenprijsindex.’

Schrijf je in en lees direct verder

Met jouw gratis Overwaar.de account weet jij als vastgoedliefhebber precies waar je rekening mee moet houden bij de aankoop en verhuur van vastgoed. Daarnaast ontvang je twee keer per week het laatste nieuws over investeren in woningen in je inbox.


Heb je al een account? Log in.