Interview Marnix van Rij: vastgoedbeleggers onevenredig aangepakt

Demissionair staatssecretaris Marnix van Rij (Financiën) zou er niet raar van opkijken wanneer het verschil tussen het hoogste en laagste tarief voor overdrachtsbelasting kleiner wordt. Dat zegt de bewindsman in een interview met Vastgoedmarkt.

In 2023 verlaagde het kabinet de prognose voor de inkomsten uit overdrachtsbelasting met vele miljarden euro’s. Komt dat door het hoge tarief van 10,4 procent voor vastgoedbeleggingen?

‘Dat is toch echt meer het gevolg van het feit dat de woningmarkt een behoorlijke klap heeft gekregen. In de eerste plaats heeft dat te maken met de stijging van de rente, ten tweede met de kostenstijging. Als er minder transacties zijn, zijn er ook minder opbrengsten uit de overdrachtsbelasting.’

‘Het fiscale aspect is niet helemaal onbelangrijk. Dat tarief van 10,4 procent is natuurlijk hoog. Dat zit ‘m in de differentiatie van de overdrachtsbelasting, met een starterstarief van 0 procent en een regulier tarief voor koopwoningen van 2 procent. Volgens het coalitieakkoord zou het tarief voor vastgoedbeleggers 9 procent bedragen. In de augustusbesluitvorming ging dat tarief omhoog naar 10,4 procent. Ik bagatelliseer dat niet, maar het is niet het belangrijkste en zeker niet doorslaggevend voor de opbrengsten.’