Huurbevriezing en de functie van de verhuurder

De in de Voorjaarsnota afgesproken huurbevriezing laat niemand onberoerd. Woningcorporaties dreigen met rechtszaken en het blijkt “praktisch onuitvoerbaar” om de huren van sociale huurwoningen van particuliere verhuurders de komende jaren te bevriezen. De vraag is of dat ook moet, want corporaties krijgen ruim 1 miljard euro compensatie voor het missen van de huurverhoging. Arnoud Vlak, boordroom consultant, vraagt zich af of er inderdaad sprake is van ‘ongelijkheid’ als de huren van gereguleerde huurwoningen van private verhuurders niet worden bevroren.
Rol en functie van de verhuurder
Vlak: ‘Moet deze vraag worden beantwoord vanuit het perspectief van de huurder of juist vanuit de rol en functie van de verhuurder op de woningmarkt? Natuurlijk, iedereen wil wel een voordeeltje, zo ook huurders van gereguleerde huurwoningen. Maar geeft het enkele feit dat je huurder van een gereguleerde woning bent je het recht dat je altijd behandeld moet worden alsof je van een woningcorporatie huurt?’
Volgens Vlak is dat niet aan de orde en is het antwoord op die vraag een volmondig ‘nee’. Er is namelijk een significant verschil tussen woningcorporaties en private verhuurders, aldus Vlak. ‘Corporaties hebben de wettelijke taak om door middel van hun huur- en toewijzingsbeleid bij te dragen aan de betaalbaarheid van het huren. Die wettelijke taak is niet aan private verhuurders opgelegd. Dat kan ook niet omdat private verhuurders, anders dan woningcorporaties, winstuitkeringen (moeten) doen aan hun eigenaren. Om corporaties in staat te stellen bij te dragen aan de betaalbaarheid van het huren, is het hen bij wet juist uitdrukkelijk verboden externe aandeelhouders te hebben aan wie zij bijgevolg rendementsuitkeringen moeten doen.”