Dealen met huurders: good cop, bad cop

Je kent ze wel, die politiefilms. Boef eindelijk opgepakt, de rechercheurs kunnen hem ondervragen. Boef is helaas een taaie, die niet meewerkt. Overleg volgt tussen de rechercheurs, waarna eentje de ondervragingsruimte weer binnenstapt. Woest schreeuwend gooit hij de tafel omver, dreigt de boef op diens smoel te slaan, waarna zijn collega net op tijd binnenrent en ingrijpt. Bad cop weg, de andere gaat zitten. Tafel terug, gaat rustig zitten. ‘Sigaretje?’ Ja, siddert de boef. En loopt leeg.

Appartement uitlenen

Ik heb één appartement samen met mijn broer. In zaken gaan met familie (of vrienden) wordt in het algemeen afgeraden, maar met ons gaat het goed – hoeveel ruzie we vroeger thuis ook hadden. Hij is fiscalist, goed met cijfers, ik kan weer andere dingen, geloof ik. We zijn ook echt anders. Hij is rustig, ik wind me sneller op. 

Ze is inmiddels weg, maar we hadden een bar slechte huurder. Zo’n beetje alles ging verkeerd. Ze huurde gemeubileerd, maar ze vond onze meubels maar niks, dus die had ze opgestapeld in de koude en vochtige kelder. Ze was vaak op reis en leende haar/ons appartement dan uit aan vrienden. Die zorgden niet alleen voor de plantjes, maar ook voor overlast. Ze klaagde zelf op haar beurt over overlast die ze van haar benedenburen ervoer, maar was te belazerd er zelf iets aan te doen.

Deurwaarder

Maar het ergste, en misschien wel essentiële, was dat ze elke maand te laat betaalde. Ze heeft tien maanden gehuurd en geen maand op tijd betaald. De smoesjes waren altijd min of meer hetzelfde, meestal was het vergeten en zou ze het dezelfde dag nog doen. Of ze had het bedrag overgemaakt — écht — maar het was bij ons nog niet binnen, maar dat kon ook aan de bank liggen zei ze. Daar had ze veel slechte dingen over gehoord (en dat konden wij op zich wel beamen).

Iedere keer was het weer hetzelfde patroon. Zij niet betalen, mijn broer op de derde dag vragen waar het bleef. Vriendelijk met geduld. Tot bad cop op mocht treden. Dan ging er eerst een appje uit met in HOOFDLETTERS de mededeling ‘VANDAAG’, en vervolgens een aanmaning. Op dag acht kwam dan de conceptbrief van de deurwaarder en betaalde ze. Ze beklaagde zich bij mijn broer over mijn botheid, die gaf haar gelijk en vervolgens betaalde ze. En ging er bij ons allebei een zucht van verlichting op toen ze opzegde.